Wat vertel je op welke leeftijd aan kinderen? Wat begrijpen ze? Waar leg je de nadruk? Wat spreekt hen aan? Hoe bereik je hun harten, blijf je op hun niveau, maak je het eenvoudig, maar toch boeiend?
o 0-4 jaar
Ingang: Ervaren met de zintuigen
Leren: God is Schepper, Vriend, Liefde
Sleutelwoorden: Zintuigen, Ervaren, Sfeer, Veilig en Geliefd weten.
Tip 1: Zorg dat het gezellig is, vertrouwd, dat ze weten waar ze aan toe zijn, voorspelbaar, duidelijk, ongedwongen. Wil een kind niet mee doen? Laat hem zijn gang gaan (maar in de buurt blijven) en sta versteld hoeveel het kind toch nog meepikt al lijkt zijn aandacht ergens anders.
Tip 2: Prikkel de zintuigen: kun je het illustreren met iets tastbaars? Iets geurend? Iets visueels? Iets smakelijks? Iets hoorbaars? Het is een bekend feit dat lessen beter geleerd worden als het op verschillende manieren wordt aangeboden. Hoe jonger de kinderen, hoe belangrijker de zintuigen.
Tip 3: Laat de lessen vooral interactief zijn. Stel vragen, betrek de kinderen in het verhaal, laat ze meedenken en vertalen naar hun eigen beleveniswereld (bijv. God heeft de bloemen gemaakt met allemaal verschillende kleuren. Wat is jouw favoriete kleur?).
Tip 4: Kinderen in deze fase hebben geen zonde besef. Zonde is niet hetzelfde als fouten maken. Laat duidelijk blijken dat je van hen houdt, dat je ze accepteert – ook als ze een fout maken. Wees je ervan bewust dat hun godsbeeld wordt bepaald door hun beeld van jou als ouder.
Tip 5: Zing veel liedjes. Kinderen genieten enorm van muziek. Muziek is een prachtig middel om het hart te bereiken.
o 3-7 jaar
Ingang: Relatie
Leren: God zorgt, is Vader
Sleutelwoorden: Herhaling, Gewoontevorming
Tip 1: Wat zijn jullie familie tradities? Een traditie zorgt voor voorspelbaarheid, weten waar je aan toe bent, verwachting en daarmee een gevoel van veiligheid. De herhaling zorgt dat iets inslijt. Welke tradities hebben jullie met betrekking tot het vieren van het geloof? Vieren is veel meer dan feesten. Vieren is ergens bewust bij stil staan en het boven het gewone uittillen. Het is belangrijk omdat je daarmee laat zien wat je belangrijk vindt.
Tip 2: Welke gewoonten hebben jullie als het gaat om samen de bijbel lezen, bidden en zingen? Op deze leeftijd is het heel eenvoudig om nieuwe gewoonten te introduceren en vorm te geven. Daarmee kun je een basis leggen waarop ze later kunnen bouwen of terug vallen.
Tip 3: Wat ziet je kind als hij naar je kijkt? Hoe is zijn relatie met jou? Is het een liefdevolle accepterende relatie waarin hij zich veilig weet? Waarin hij weet dat hij fouten mag maken en dat je toch nog van hem houdt? Zitten er elementen van angst, schuld of woede in? Het godsbeeld van kinderen wordt bepaald door hun beeld van hun ouders.
Tip 4: Koop ieder jaar een andere kinderbijbel. Wissel ook media af: Bijbel, verhalen, DVDs, spelletjes etc. Zo houd je het boeiend.
Tip 5: Leef het voor. Kinderen toetsen je woorden aan je gedrag.
o 7-12 jaar
Ingang: Wat vind ik?
Leren: God is Trouw, Eeuwig, Vergeeft
Sleutelwoorden: Kennis, Erbij horen, Eigen mening vormen, Waarde en normen eigen maken
Tip 1: Vertel veel verhalen. Vertel hoe je zelf het geloof beleeft. Wat je met God meemaakt en hoe je God’s hand ervaart in je leven. Wees zo concreet mogelijk.
Tip 2: Nodig anderen uit om hun verhalen vertellen – dat is niet alleen leerzaam voor je kinderen, maar ook heel bemoedigend voor jezelf! Kijk ook eens naar een DVD van de Fakkeldragers. Deze animatiefilms gaan over geloofshelden die echt bestaan hebben. Tip 3: Wees concreet – geen vage bewoordingen of christelijke leuzen. (Bijv. Wij zijn gezegend. Dat was de genade van God. etc) Bedenk: wat zeg ik nu eigenlijk? Wat betekent dit concreet voor jou en mij?
Tip 4: Lees niet alleen voor, maar stel ook eenvoudige vragen. Wat gebeurde er? Wat vind je hiervan? Wie zei dat? Wat bedoelde hij daarmee?
Tip 5: Voeg toe aan het verhaal dat je leest. Vertel bijvoorbeeld iets over de cultuur van die tijd. Of de omstandigheden. Laat zien op de wereldkaart waar iets gebeurde. Zoek interessante bijbelweetjes en informatie.
Tip 6: Breng eens samen een bezoekje aan het Bijbel Museum in Amsterdam (8+) of Museumpark Heilig Land stichting.
Tip 7: Leg het evangelie uit aan je kinderen.
Tip 8: Kinderen van deze leeftijd nemen de dingen nogal letterlijk op. Wees voorzichtig met wat je vertelt. Nuanceer. En wees je bewust van christelijk jargon zoals ‘Jezus is de weg’ of ‘Jezus woont in je hart’. Leg uit wat daarmee bedoelt wordt.
Tip 9: Vertel hen niet alleen wat je vindt, maar ook waarom je dat vindt.
Bijv.: (Je pakt afval dat anderen neergegooid hebben op straat op en gooit het in de vuilnisbak): ‘Zo, opgeruimd staat netjes. God vindt het fijn als wij goed voor de aarde zorgen’.
Bijv.: (Je geeft het teveel teruggegeven kleingeld terug aan de cassiere): ‘Zo, dat is eerlijk.’
Tip 10: Leef het voor. Kinderen toetsen je woorden aan je gedrag.
o 12-16 jaar
Ingang: Geloofsgesprek & Relatie
Leren: Internaliseren van waarheden
Tip 1: Nodig andere kanjers in het geloof uit. Praat expliciet over het geloof – hoe leven zij dagelijks met God? Hoe ervaren zij God in hun leven? Wat voor verschil maakt het?
Tip 2: Geef je kind de ruimte om te experimenteren met andere opvattingen. Tieners proberen graag verschillende dingen uit: hoe past dit bij mij? Probeer daar niet te heftig op te reageren. Zeg dingen als ‘Ik zie dat anders’ ipv ‘Dat meen je toch niet’.
Tip 3: Stimuleer je kind in het vormen van een eigen mening. Stel veel vragen: Wat vind jij daarvan? Hoe denk je daarover? Hoe voelt dat? Wat wil je? Hoe zie je dat voor je?
Tip 4: Moedig ze aan om betrokken te zijn in de kerk, om verantwoordelijkheden te nemen. Zo blijven ze in contact met het geloof buiten het gezin.
Tip 5: Ga ook naar evenementen of moedig ze aan om met een groepje naar dergelijke activiteiten gaan. Denk bijv. aan EO jongeren dag of Opwekking etc.
Tip 6: Het lijkt onmogelijk, maar toch zijn er tieners die aan bijbelstudie doen. Wellicht is deelname aan een Alpha cursus een goede ingang. Of via hun verantwoordelijkheden bij de kerk – training van leiders.
Tip 7: De jeugdgroep van je kerk is nu het allerbelangrijkste voor je kind. Heeft je kerk een goede inspirerende jeugd waar men graag naar toe gaat? Waar ze positieve relaties met elkaar kunnen opbouwen? Waar ze over God leren? Zo niet, overweeg dan om verder te kijken naar andere kerken. Misschien is er een samenwerkingsverband mogelijk?
Tip 8: Leef het voor. Ook tieners toetsen je woorden aan je gedrag.
o 16+ jaar
Ingang: Discipelschap
Leren: Eigen maken van het geloof
Tip 1: Nodig andere kanjers in het geloof uit. Praat expliciet over het geloof – hoe leven zij dagelijks met God? Hoe ervaren zij God in hun leven? Wat voor verschil maakt het?
Tip 2: Stel goede vragen die ze tot nadenken aanzetten. Ook als ze daar niet direct antwoord op willen geven. Ze zullen er toch zelf over nadenken.
Tip 3: Moedig ze aan om betrokken te zijn in de kerk, om verantwoordelijkheden te nemen. Zo blijven ze in contact met het geloof buiten het gezin.
Tip 4: Ga ook naar evenementen of moedig ze aan om met een groepje naar dergelijke activiteiten gaan. Denk bijv. aan EO jongeren dag of Opwekking etc.
Tip 5: De jeugdgroep van je kerk is nu het allerbelangrijkste voor je kind. Heeft je kerk een goede inspirerende jeugd waar men graag naar toe gaat? Waar ze positieve relaties met elkaar kunnen opbouwen? Waar ze over God leren? Zo niet, overweeg dan om verder te kijken naar andere kerken. Misschien is er een samenwerkingsverband mogelijk?
Voor elke leeftijd geldt: Bid veel voor je kinderen. Uiteindelijk kun je een perfect voorbeeld zijn en alles goed gedaan hebben – er zijn nu eenmaal geen garanties. Kinderen moeten voor zichzelf uitmaken of ze willen geloven. En de kansen dat ze daartoe besluiten is 100% hoger als God hun harten raakt. Dus bid.
Bronnen bovenstaand: Ria de Baat seminar voor kinderwerkers/ Seminar ‘Geloofsontwikkeling’ bij Rondom het Kind/ The Spiritual Growth of Children van Focus on the Family/ Met kinderen onderweg van Marja Bos www.geloofsopvoeding.net